Bereiding
Dompel de varkenspoten onder in een grote kom water met een handje zout. Laat een nacht trekken. Spoel ze daarna onder koud water en dep droog. Vul een pan met water, leg de poten erin en breng aan de kook. Giet af. Vul opnieuw een pan met zuiver water. Leg de poten, varkenswangen, tijm, laurier, peper, zout en knoflook erin. Laat 3 uur zeer zachtjes pruttelen, nét onder het kookpunt. Haal de varkenspoten dan uit de vloeistof en ontbeen ze. Trek het vlees (samen met dat van de varkenswangen), in draadjes. Zet apart.
Fruit de sjalot glazig in boter en voeg al het vlees toe. Overgiet met de groentenbouillon en laat ½ uur inkoken zonder deksel. Giet het mengsel in een met bakpapier beklede kom en laat één nacht rusten in de koelkast. Snijd het opgesteven mengsel in stukken en rol dit tot bolletjes die allemaal even groot zijn. Wentel de bolletjes achtereenvolgens door bloem, opgeklopt ei en paneermeel. Laat ze nog even opstijven in koelkast.
Maak intussen de vinaigrette. Laat hiervoor het kriekbier inkoken tot een dikke, stroperige massa. Laat afkoelen en mix vervolgens 3 eetlepels hiervan met de mosterd, zonnebloemolie en wijnazijn. Breng op smaak met peper en zout.
Frituur de kroketjes kort goudbruin op 180°C.
Meng alle ingrediënten voor de salade en roer dan enkele eetlepels van de vinaigrette erdoor. Serveer bij de kroketjes.
Wat vond je van dit recept?
Laat het ons weten door dit recept een rating te geven.