Biodiversiteit in de landbouw: zo dragen telers hun steentje bij
Biodiversiteit is ontzettend belangrijk voor natuur, mens en dier. Ook onze telers van aardappelen, groenten en fruit dragen hier hun steentje toe bij. “Dankzij verschillende insecten kunnen we onze braambessen op een ecologische en bewuste manier telen”, zegt fruitteler Aline Royakkers.
Natuurlijke bestuiving
Samen met haar ouders en haar partner teelt Aline braambessen in een serre van liefst 24.000 m². “Braambessen telen is zeer arbeidsintensief”, steekt Aline van wal. “Toch doen we dit zo duurzaam mogelijk en met respect voor de natuur. Sterker nog, de natuur helpt ons om net lekkere braambessen te kunnen telen.” Zo is natuurlijke bestuiving voor telers van aardappelen, groenten en fruit van essentieel belang voor een goede bevruchting en productie van groenten en fruit. “In onze serre zetten we hommels en bijen in voor een natuurlijke bestuiving”, legt Aline uit. “Dit zorgt ervoor dat de witte bloempjes van onze planten transformeren tot sappige, zoete, zwarte braambessen.”
Goede en slechte insecten
Naast natuurlijke bestuiving, is ook geïntegreerde gewasbescherming (IPM) ontzettend belangrijk voor onze aardappel-, groenten- en fruittelers. Telers zijn wettelijk verplicht om dit toe te passen, maar het levert hun ook heel wat voordelen op. IPM is een stappenplan met nadruk op gezonde gewassen, een onverstoord landbouwecosysteem en natuurlijke plaagbestrijding. Gewassen en oogst worden hierbij dus beschermd met zo weinig mogelijk impact op het milieu. Zo helpt het inzetten van nuttige organismen zoals insecten hen om onkruid, plagen en ziekten bij hun planten niet alleen te voorkomen, maar ook te bestrijden. “Voor onze braambessen zetten we ‘goede’ insecten in om op biologische wijze andere, ‘slechte’ insecten te bestrijden”, verduidelijkt Aline. “Specifiek voor onze braambessen maken we gebruik van roofmijten om spintmijten te bestrijden. Spintmijten tasten namelijk het blad van de planten aan, waardoor de planten na verloop van tijd kunnen sterven. Roofmijten zijn verzot op spintmijten en zo voorkomen we dat onze planten dus ziek worden en moeten we ook geen chemische bestrijdingsmiddelen meer gebruiken.”
Hergebruik regenwater
Ook wat onze telers nodig hebben om hun planten te doen groeien en bloeien komt haast gewoon uit de lucht gevallen voor hen: regenwater. “We passen seizoensrotatie toe in onze serre zodat we van april tot eind december braambessen kunnen oogsten”, zegt Aline. “Dat maakt ook dat we best veel water nodig hebben om de planten en vruchten te doen groeien. Jaarlijks hebben we hiervoor zo’n 5 miljoen liter water nodig, maar dat komt niet uit de kraan. We hebben jaren geleden al geïnvesteerd in een gigantisch regenwateropvangsysteem. Dit regenwater wordt via een druppelirrigatiesysteem gebruikt voor het besproeien en bemesten van de planten. Regenwater mag dan wel gratis uit de lucht komen vallen, we doen er alles aan om geen druppel regenwater te verspillen. Het water dat niet door de planten wordt opgenomen, vangen we opnieuw op om terug te hergebruiken.”
Recyclage en hergebruik
Alle beetjes helpen om met een zo laag mogelijke ecologische voetafdruk aardappelen, groenten en fruit te telen. Duurzaam telen en goed voor de natuur is dan ook blijven gebruiken wat je al hebt. “Zelf zetten we heel erg in op het hergebruik van onze plastic potten van de planten en houten stokken die we als steun geven aan jonge planten om te groeien”, aldus Aline. Daarnaast zorgen ze er ook voor dat er niets van de oogst verloren gaat. “De ‘mooie’ braambessen worden verkocht om vers op te eten en de minder perfecte exemplaren gaan naar de industrie om te verwerken tot diepvriesfruit. Elke braambes die we oogsten wordt dus geconsumeerd.”
Duurzame innovaties voor de toekomst
Op verschillende vlakken zetten onze landbouwers zich vandaag al in om zo duurzaam mogelijk onze voeding te telen. Maar ook in de landbouw staat men niet stil en blijft men verder onderzoeken en innoveren met nieuwe technieken. “Er zijn nog tal van andere manieren om duurzamer te telen, maar nog niet alles is al toepasbaar”, weet Aline. “Dan denk ik aan bijvoorbeeld onze potgrond. Veenwinning voor potgrond is belastend voor de natuur en draagt bij aan CO2-uitstoot, maar het ziet ernaar uit dat ook hiervoor in de toekomst een alternatief beschikbaar zal zijn. Zodra dit het geval is, gaan we natuurlijk ook hiervan gebruikmaken om onze ecologische voetafdruk nog lager te maken dan die vandaag de dag al is.”