Bereiding
Pel de ui en snijd in stukken.
Schil de wortel en snijd in grove stukken. Snijd de selder in stukken.
Pel de knoflook.
Spoel de poten en brand eventueel de haartjes weg met een gasbrandertje.
Leg de poten in een kookpot, vul met water tot ze net onder staan. Breng aan de kook, laat 5 minuten koken.
Giet af en spoel de poten goed af. Leg ze terug in de kookpot samen met de vleesribben, ui, wortel, selder, knoflook, laurier, tijm, jeneverbessen, kruidnagel en bouillonblokje.
Vul met water tot de poten goed onder staan. Breng aan de kook en laat 3u op een laag vuur garen.
Of zet een ovenbestendige kookpot in de oven op 160°C gedurende 3u.
Haal het vlees uit de kookpot en laat even afkoelen. Bewaar het kookvocht. Snijd al het vlees van de botten. Controleer bij de poten goed of alle kleine botjes ook verwijderd zijn.
Hak het vlees heel fijn.
Smelt de boter, voeg de bloem toe en roerbak 1 minuut. Blus met het kookvocht van het vlees en laat al roerend indikken.
Voeg 300-350 g fijngehakte vlees toe en kruid bij met nootmuskaat, peper en zout. Giet in een kom, dek af en laat afkoelen gedurende minstens 3u (tot 1 dag).
Snijd de opgesteven massa in blokjes van ongeveer 2 cm.
Rol met bebloemde handen tot balletjes. Rol door de bloem, daarna door geklutste eieren en eindig door het paneermeel. Haal ze nog eens door de eieren en het paneermeel, door ze dubbel te paneren blijft de vulling beter in de kroketjes.
Herhaal voor alle balletjes.
Je kan de balletjes 1 dag op voorhand maken en in de koelkast bewaren of voor langere tijd invriezen in een goed afgesloten doos of zakje.
Frituur de balletjes (vers of diepgevroren) gedurende ongeveer 3 minuten.
Meng de harissa, ketchup, mayonaise en gerookt paprikapoeder. Serveer de kroketjes met de dip.
Wat vond je van dit recept?
Laat het ons weten door dit recept een rating te geven.