Bereiding
Verwarm de oven voor op 180°C. Steek 8 rondjes uit het filodeeg die in het bakvormpje passen. Strijk ze in met olijfolie. Leg de velletjes met twee op elkaar tussen twee taartvormpjes, herhaal voor 4 taartbodempjes. Bak ze in 15-20 minuten goudbruin. Haal ze voorzichtig van tussen de bakvormpjes.
Snij ondertussen de knolselder in kleine blokjes en kook ze gaar in de groentenbouillon. Giet af, pureer en meng met de karnemelk en 25 g boter tot een smeuïg zachte puree, breng op smaak met limoenrasp, gehakte peterselie.
Snij de champignons in kleine blokjes en bak krokant in wat boter, kruid met tijm, peper en zout. Bak de coquilles in de helft boter en olijfolie aan beide kanten krokant, ze mogen nog rosé zijn binnenin. Kruid met peper en zout.
Stel de taartjes samen. Lepel wat van de knolselderpuree in de filodeegtaartjes. Leg er de gebakken champignons en een gebakken Sint Jakobsvrucht op, werk af met tijmtakje en eetbare bloemetjes.
Wat vond je van dit recept?
Laat het ons weten door dit recept een rating te geven.