Bereiding
Snijd de gepelde langoustines overlangs middendoor. Besprenkel met olijfolie en een weinig citroensap. Kruid met peper en zout.
Snijd de bloemkool in roosjes. Kook beetgaar in lichtgezouten, kokend water. Giet de roosjes af en pureer tot een gladde puree. Verwarm de puree op een zacht vuurtje. Verdun naar de gewenste consistentie met groentebouillon. Smaak af.
Wrijf met een mes de zaadjes uit de vanillestok en roer ze onder de olie. Laat een uurtje infuseren.
Trek zeste van de schil van sinaasappel. Pers de sinaasappel. Zet de zeste onder met koud water. Kook op. Spoel onder koud water en herhaal de stap. Meng 50 g water met de suiker en 50 g sinaasappelsap. Voeg de zeste toe en konfijt langzaam.
Lepel wat bloemkoolpuree in de diepe borden. Schik 3 gemarineerde langoustines in de puree. Werk af met de gekonfijte sinaasappelschil, gehakte pistachenoten en enkele druppels vanille-olie.
Wat vond je van dit recept?
Laat het ons weten door dit recept een rating te geven.