Bereiding
Kruid de stukken kabeljauw met peper en zout. Draai ze in de bloem en tik er met de vingers de overtollige bloem af.
Zet een pan met antikleeflaag op hoog vuur en laat er een stevige klont boter in smelten.
Bak beide kanten van de vis gedurende een zestal minuten.
Als de vis gaar is, zet je hem in een lauwwarme oven. Zo kan je de vis warm houden terwijl je de saus maakt.
Hak de dragonblaadjes grof. Verdeel in twee hoopjes.
Zet de pan die je voor de vis gebruikt hebt opnieuw op het fornuis. Voeg de room en een van de twee hoopjes dragon toe.
Laat de room zachtjes inkoken gedurdende vijf tot tien minuten. Wanneer je een mooi glad gebonden saus hebt, neem je de pan van het vuur.
Werk de saus af met een eetlepel mosterd. Voeg nu ook de tweede helft van de dragonblaadjes toe aan de saus.
Laat nu ook nog een klontje natuurboter smelten in de saus.
Overgiet de vis met de saus en serveer.
Wat vond je van dit recept?
Laat het ons weten door dit recept een rating te geven.