Bereiding
Maak de kool schoon en spoel. Snijd in fijne repen en fruit in een klontje boter. Kruid met nootmuskaat, peper en zout. Laat onder deksel zachtjes garen.
Maak de uitjes schoon. Doe ze in een pannetje waarin ze de bodem volledig bedekken. Voeg water toe zodat de uitjes net onderstaan. Voeg er 20 g boter bij en 1 el suiker. Breng aan de kook tot het vocht verdwenen is.
Snijd het spek in julienne. Maak de champignons schoon en snijd ze in vieren. Smelt 40 g boter in een pan en bak hierin het spek, sjalot en de champignons. Doe de champignons en het spek bij de uitjes.
Bak in dezelfde pan met wat extra boter de lever een 5-tal minuten per kant. Haal uit de pan en houd warm onder aluminiumfolie. Blus het aanbaksel met de rode wijn, laat even inkoken en voeg de uitjes, champignons en spekjes bij de rodewijnsaus. Strooi er de peterselie over.
Serveer de lever met de saus, de gestoofde kool en gekookte aardappelen.
Wat vond je van dit recept?
Laat het ons weten door dit recept een rating te geven.