Bereiding
Kruid de bout met peper en grof zeezout en schroei het lamsvlees rondom dicht in hete boter.
Snipper intussen voor de persillade de look, de platte peterselie en de munt zeer fijn.
Hak de geschaafde amandelen en doe ze bij de look en de kruiden. Meng er de parmezaanse kaas door die voor de binding van de korst zal zorgen.
Leg de bout op een ovenplaat en giet er het braadvocht over. Druk de persillade goed aan op de bovenzijde van het vlees. Druppel er wat olijfolie over tegen het verbranden. Bak de bout 1 uur in een oven op 170°C.
Breng voor de gratin de room en de melk aan de kook met het ongesneden teentje look, gekruid met peper, zout en nootmuskaat.
Schaaf intussen de geschilde aardappelen en raapjes in dunne plakjes. Schik de aardappelen en de raapjes in een beboterde ovenschotel. Strijk ergens halverwege de laagjes de mierikswortelpasta uit.
Verwijder de look en giet het hete roommengsel over de groenten. Strooi er de kaas over en zet zo’n 30 tot 40 minuten in de oven bij het vlees.
Snijd de kool in julienne en blancheer in gezouten kokend water. Verfris onmiddellijk onder koud stromend water.
Kook de room in met peper, zout en nootmuskaat en warm er de kool terug in op.
Laat het vlees 10 minuten rusten voor je het aansnijdt. Serveer met de gratin en de kool.
Wat vond je van dit recept?
Laat het ons weten door dit recept een rating te geven.