Bereiding
Verwarm de oven voor op 180°C.
Pel de rode uien en snijd de topjes eraf zodat deze rechtop kunnen staan. Zet de uien in een ovenschaal met een bodempje water en wat citroentijm (optioneel). Zet de ovenschaal in de oven en laat rustig garen. Wanneer de rode uien gaar zijn, kan je deze openduwen zodat je mooie stukken hebt.
Kruid de filets af met peper, zout en wat currypoeder. Bak de filets aan op de velkant in een mengeling van boter en olie totdat ze krokant worden. Draai ze om, laat kleuren en daarna voor zo’n twintigtal minuten verder gare in de oven.
Schil de knolselder en snijd in grove stukken. Zet even opzij in koud water met wat citroensap.
Maak nu de currysaus door eerst de appel te schillen en in brunoise te snijden. Pel de sjalot en look, snijd beide in brunoise en plet daarna het teentje look.
Stoof de sjalot en look aan in wat olijfolie, bestrooi daarna met het currypoeder en laat even meebakken. Voeg nu de brunoise van appel toe en laat bakken. Blus met een scheutje witte wijn en laat deze bijna volledig verdampen.
Voeg de kokosmelk toe en laat voor zo’n twintigtal minuten rustig inkoken. Mix de currysaus en zet even aan de kant.
Was en schil de aardappelen en rasp ze. Je hoeft ze hierna niet meer te wassen, het zetmeel is nodig om de rösti te laten kleven.
Kruid de aardappelen met peper en zout. Neem een handje aardappelen en vorm een tot een rondje. Bak de rösti zo’n 8 minuten aan beide kanten in een pan met boter. Je kan eventueel serveerringen gebruiken tijdens het bakken.
Bak de knolselder gaar in een pan met olie en kruid af met peper en zout.
Serveer de knolselder met de gebakken rösti’s en de gegaarde rode uien. Werk af met currysaus.
Wat vond je van dit recept?
Laat het ons weten door dit recept een rating te geven.