Bereiding
Voor het vlees:
Verwarm de oven voor op 180°C.
Kruid het varkensgebraad met peper en zout aan beide kanten. Smelt een klontje boter in de pan en laat het vlees aan alle kanten bruin worden.
Als het vlees langs alle kanten mooi bruin is, leg je het in een ovenschaal. Giet het bakvet erover en leg er nog enkele klontjes boter bij.
Zet de pan even aan de kant, maak hem niet proper want we maken met de aangebakken restjes later de saus.
Zet het vlees ongeveer 25 minuten in de oven op 180°C. Haal af en toe het vlees uit de oven en overgiet met het sap zodat het niet uitdroogt.
Voor de saus:
Snijd een sjalot in kleine stukjes. Gebruik de pan waarmee je het vlees hebt gebakken. De aangebakken restjes zorgen zo voor extra smaak. Smelt een klontje boter in de pan en laat de stukjes sjalot kort aanstoven.
Giet er de runderfond bij. Voeg de room en de pickles toe. Kruid met peper en zout en laat enkele minuutjes inkoken.
Voor de groenten:
Breng een kookpot met water en een snuifje zout aan de kook.
Snijd de bloemkool en romanesco in roosjes. Doe ze in een vergiet en was ze.
Kook de groenten tot ze net niet beetgaar zijn.
Giet het water van de groenten af en stoof de groenten vervolgens in een pan met wat boter, peper en zout.
Snijd het vlees in stukken en serveer met de groenten. Werk af met de blackwellsaus.
Wat vond je van dit recept?
Laat het ons weten door dit recept een rating te geven.