Bereiding
Doe voor de korst de mosterd en de marmelade in een kom. Vijzel de specerijen tot een niet te fijn poeder. Doe er de geschaafde amandelen bij en breek ze nog wat. Doe dit mengsel bij de mosterd en de marmelade en meng goed door. Kruid het vlees met peper, zout en nootmuskaat.
Korst het rondom in hete boter en strijk het mosterdmengsel op de bovenkant.
Strooi er het broodkruim overheen en bedruppel met het braadvocht. Dit zal er voor zorgen dat de korst beter aan het vlees blijft kleven. Bak het vlees gaar in een oven van 160°C. Een beetje afhankelijk van het vlees zal dit drie kwartier tot een uurtje duren.
Snipper de sjalot en stoof ze glazig in boter. Schil intussen de wortelen en snijd ze in niet te kleine stukken. Doe ze bij de sjalot en stoof nog enkele minuten door.
Doe er dan de geschilde aardappelen bij. Die hoef je niet te snijden. Aangezien ze een kortere gaartijd hebben mogen ze flink groter zijn dan de wortelen.
Giet er de kippenbouillon bij. Kruid met peper, zout en een takje rozemarijn en laat rustig gaarkoken onder gesloten deksel.
Haal het vlees uit de oven en laat het rusten om de sappen de kans te geven zich mooi over het vlees te verdelen.
Giet het vocht van de stoemp af en plet alles goed door. Doe er de melk en een klein klontje boter bij en klop luchtig met een klopper. Werk af met vers gesnipperde peterselie.
Serveer de stoemp met enkele plakjes vlees en wat van het braadvocht.
Wat vond je van dit recept?
Laat het ons weten door dit recept een rating te geven.