Personen
6
Bereiding
Gaar de wangen in de bouillon en reinig ze.
Zet de boter op kamertemperatuur.
Bewaar 3 dl bouillon.
Meng de boter, het amandelpoeder en rozemarijn.
Strijk fijn uit tussen boterpapier en laat in de koelkast harden.
Snijd in de vorm van het wangetje, leg op het vlees en gratineer.
Schil de wortelen, kook en halveer.
Warm op in boter.
Snijd de aardappelen in cilinders.
Schik in pan met boter, tijm en spek.
Zet net onder water.
Breng aan de kook en zet dan op zacht vuur tot het water verdampt is.
Laat de bouillon van de wangetjes tot 1/3 inkoken.
Voeg bruine fond toe en kook in tot de gewenste dikte.
Kruid bij met peper en zout.
Werk af met klontje boter.
Was de champignons, droog tussen twee handdoeken.
Bak ze in boter met peper en zout.
Voeg op het laatst de fijngesneden sjalot toe.
Hak de amandelnootjes, kleur aan in de pan in olijfolie.
Schik op het bord.
Wat vond je van dit recept?
Laat het ons weten door dit recept een rating te geven.