Welke vistechnieken gebruiken we in de Belgische visserij?
Vis legt een hele weg af alvorens op je bord te belanden. Alles start bij de vangst. Onze Belgische vissers passen een hele resem vistechnieken toe om vis - afhankelijk van de soort en hun habitat - uit het water te halen. Je hebt actieve en passieve vismethodes, en exotische namen als boomkor, flyshooting of bordenvisserij. Duik mee in de wondere wereld van de vistechnieken.
Actieve en passieve methodes
De verschillende vismethodes kan men in twee categorieën opsplitsen: je hebt passieve en actieve vismethodes. Zoals de naam doet uitschijnen, is het idee bij passieve methodes om de vistuigen in het water of op de bodem te plaatsen en de vissen zelf naar het vistuig toe te laten zwemmen. Voorbeelden hiervan zijn bijvoorbeeld staande netten, viskorven of potten. Bij actieve methodes daarentegen, brengen de vissers de netten zelf naar de vissen toe om ze op die manier te vangen. Meestal wordt hiervoor een vaartuig ingezet. Voorbeelden van actieve methodes zijn boomkor of bordenvisserij.
In België zijn er vandaag 65 vaartuigen die gebruikt worden door de Belgische visserij. Slechts twee daarvan worden gebruikt voor passieve visserij. De andere vaartuigen worden gebruikt, zoals op de infografiek aangegeven, voor boomkorvisserij, bordenvisserij, en flyshoot. Ook is er 1 vaartuig dat de techniek van het dreggen hanteert.
De meest populaire technieken in België
Boomkorvisserij
Boomkorvisserij werd na de tweede wereldoorlog ontwikkeld in Nederland en is al sinds de jaren ‘60 veruit de populairste actieve vismethode. Meer dan 85% van de Belgische vloot maakt er gebruik van. Boomkor is populair omdat de techniek zeer geschikt is om platvissen zoals tong en schol te vangen. En deze zijn erg geliefd bij Belgische consumenten. Ook voor garnaalvisserij maken Belgische vissers vaak gebruikt van de boomkor-methode.
De naam boomkor is een samentrekking van de woorden boom en kor. De term ‘boom’ verwijst naar een metalen buis aan de voorkant van het vistuig dat twee netten aan weerszijden van het vaartuig ophoudt. Aan beide uiteinden van de boom zitten metalen sloffen of sleeën die over de bodem glijden. De term ‘kor’ verwijst naar de sleepnetten. Deze netten worden aan weerszijden van het vaartuig neergelaten naar de bodem en achter het vaartuig gesleept. De mazen aan het begin van het net zijn groter dan de mazen aan het einde. Zo krijgen vissen die te klein of ondermaats zijn, de kans om te ontsnappen.
Boomkor wordt ook wel eens ‘bokken’ genoemd, verwijzend naar de metalen constructie op het vaartuig waaraan de boomkor wordt opgehangen
De boomkortechniek wordt nog voortdurend verbeterd. Zo werkt men tegenwoordig vaak met een zgn. sum wing ter vervanging van de sloffen. De sum wing is een vleugel die ervoor zorgt dat het tuig efficiënter over de bodem zweeft. Dit heeft een dubbel voordeel: er is minder bodemberoering en er wordt minder brandstof verbruikt.
Bordenvisserij
Bordenvisserij staat ook bekend onder zijn Engelse naam “trawling” of bodemtrawlvisserij. Bij bordenvisserij wordt er, net als bij de boomkor-methode, gebruik gemaakt van een sleepnet. Dat sleepnet wordt met behulp van een vislijn aan het vaartuig bevestigd. Het net wordt - in tegenstelling tot bij de boomkor - niet opengehouden door een metalen buis, maar door twee borden aan de zijkant van de netopening. De borden slepen over de zeebodem en vormen vervolgens een hoek waardoor ze het net openhouden in een horizontale positie.
De borden die gebruikt worden bij bordenvisserij hebben drie functies: ze houden het net open, ze zorgen voor het frontale bodemcontact van het vistuig en ze zorgen voor turbulentie, waardoor de vissen naar de netten drijven of zwemmen.
Bordenvisserij wordt zowel gebruikt om bodemvissen- en schaaldieren te vangen, als om in de waterkolom scholen vis te vangen.
Flyshooten
Bij de flyshoot-methode vist men met behulp van zgn. zegentouwen, lijnen achteraan het schip waaraan het sleepnet bevestigd wordt. Het eerste zegentouw wordt uitgegooid met een boei. Daarna vaart het vaartuig weg van de boei in een omtrekkende beweging. Wanneer het zegentouw helemaal afgerold is van de netrol, wordt het uiteinde bevestigd aan de ene kant van het net. Aan de andere kant van het net wordt het begin van het tweede zegentouw bevestigd, waarna het vaartuig opnieuw in een omtrekkende beweging wegvaart in de richting van de boei, maar langs de andere zijde. Het vaartuig keert terug naar de boei, waar het eerste zegentouw wordt opgepikt en aan het schip bevestigd.
De zegentouwen worden tijdens het vissen met het net naar het schip gehaald. Omdat de zegentouwen over de zeebodem slepen, creëren ze stofwolken die de vissen opschrikken. Zo blijven de vissen voor de touwen uit zwemmen. De grootste en sterkste vissen blijven voor de lijnen zwemmen en worden vervolgens samengedreven naar de opening van het net wanneer ze het schip naderen.